Meer mensen werken door na pensionering

Het aantal werkende 65-plussers is de afgelopen tien jaar fors gestegen, zo blijkt uit onderzoek dat Regioplan uitvoerde in opdracht van KBO-PCOB. Werkte in 2013 zo’n 10% van de senioren van 65 tot 75 jaar, in 2023 is dat percentage 17%. Het aandeel werkende 75-plussers steeg van 1,8 tot 2,9%. De redenen om langer door te werken zijn verschillend.

Een deel van de stijging komt doordat de AOW-gerechtigde leeftijd in dezelfde periode is verhoogd van 65 jaar naar 66 jaar en tien maanden. De groep jonge 65-plussers móet dus ook langer doorwerken. Bij de AOW’ers die langer doorwerken zijn het vooral zelfstandigen en mensen met een lagere opleiding en/of laag pensioen. Sommigen geven aan dat ze doorwerken omdat ze anders financieel niet kunnen rondkomen. Een ander deel blijft werken vanwege het werkplezier, het sociale aspect of omdat ze een bijdrage willen leveren aan de maatschappij. Dit brengt het risico met zich mee dat er een tweedeling ontstaat tussen de groep die het zich financieel wel, en de groep die het zich niet kan veroorloven om te stoppen met werken.

Veel ervaring blijft onbenut
Uit onderzoek blijkt ook dat 25% van de ondervraagden vóór hun pensioen zegt te willen doorwerken. Na pensionering blijkt echter maar een kwart van deze groep dat ook daadwerkelijk te doen. Zou de overige driekwart óók doorwerken, dan zou dit potentieel 148.500 arbeidskrachten opleveren. Zouden ze twaalf uur in de week gaan werken (dat is wat werkende AOW-gerechtigden gemiddeld doen), dan zou het gaan om 45.000 fulltime banen. Dit laat zien dat er veel kennis en ervaring van gepensioneerden onbenut blijft.

Mogelijk nadeel
In september noemde het CNV het ‘desastreus’ en ‘funest’ voor 55 tot 65-jarigen om werkgevers te stimuleren meer gepensioneerden in dienst te nemen. Dit omdat gepensioneerden 25% goedkoper zijn. Regioplan zegt echter dat wetenschappelijk onderzoek weinig aanleiding geeft om te denken dat er sprake is van verdringing.

Suggesties
Regioplan doet in het onderzoeksrapport een aantal suggesties voor overheidsbeleid om langer doorwerken te bevorderen. Zo noemen ze betere informatievoorziening over kansen en mogelijkheden, en een fiscale ‘doorwerkbonus’. Tegelijk vragen ze aandacht voor mogelijke gezondheidsrisico’s voor kwetsbare groepen. Want het blijkt dat lager opgeleiden vaker onder minder gunstige omstandigheden doorwerken en minder levensgeluk ervaren dan hoger opgeleiden die langer doorwerken.