Dementie stoppen voordat de ziekte begint

Op 21 september is het Wereld Alzheimerdag. Een dag met extra aandacht voor dementie. Steeds meer mensen krijgen dementie en de impact is groot. Bij ongeveer 60 tot 70% is de ziekte van Alzheimer de oorzaak. Uit onderzoek blijkt dat deze ziekte zich in enkele tientallen jaren ontwikkelt. Het landelijke onderzoeksproject ABOARD heeft als doel om dementie te stoppen voordat de ziekte begint. KBO-PCOB is een van de onderzoekspartners en ook u kunt meedoen.

In het ABOARD onderzoek werken tientallen onderzoekers en meer dan dertig organisaties samen, onder leiding van prof. dr. Wiesje van der Flier van het Amsterdam UMC. Zij vertelt in een artikel in het oktobernummer van ons magazine over ‘alzheimer-eiwitten die zich gedurende twintig tot dertig jaar ophopen in de hersenen, vóór ze het denkvermogen aantasten’. Ze legt uit dat die eiwitten steeds beter en eerder kunnen worden opgespoord. En dat het project ABOARD zich richt op tijdige diagnose en daarmee ook op een prognose. Want dat is nodig om iets te kunnen doen aan preventie, zegt ze. ‘Dan kunnen we onze leefstijl aanpassen. En in de toekomst hopelijk ook medicatie inzetten om dementie te voorkomen.’

Meedoen

Het ABROAD-project heeft nu 3.000 deelnemers, maar de onderzoekers hebben nog een veelvoud aan mensen nodig. Mensen met en zonder dementie. U kunt ook meedoen, zolang u maar ouder bent dan 45 jaar. De onderzoekers vragen u daarvoor om een Uurtje voor Alzheimer. Na uw aanmelding (dat wijst zich vanzelf) verzamelen de onderzoekers uw medische gegevens en vragen ze om eens per jaar een vragenlijst in te vullen over uw ervaringen. Uiteraard gebeurt dit anoniem.

Dubbele vergrijzing

Op dit moment telt ons land ongeveer 300.000 mensen met dementie. Doordat we met steeds meer ouderen zijn én we gemiddeld ouder worden, is de verwachting dat in 2040 meer dan een half miljoen mensen dementie heeft. Dat maakt een zo breed mogelijk onderzoek des te noodzakelijker. Wiesje zegt ook niet voor niets: ‘Hoe meer mensen meedoen, hoe representatiever het beeld en hoe meer we bereiken.’