Na de maaltijd ging Jezus met enkele leerlingen naar de tuin van Getsemane, onderaan de Olijfberg. Vanaf de plek waar ze hun maal nuttigden (de Hagia Sion of de St.-Markuskerk) is dat een wandeling van twee à drie kilometer. De naam Getsemane is een verbastering van het Hebreeuws/Griekse woord voor oliepers, wat doet vermoeden dat het hier om een olijfboomgaard ging.
Maar zoals dat gaat met historische vertellingen: ook hierover zijn de meningen verdeeld, er wordt ook gesproken van een fruitboomgaard. Zeker weten we het niet, want rond het jaar 70 na Christus zetten de Romeinse belegeraars van Jeruzalem hun legerkamp op aan de voet van de Olijfberg, waarbij de boomgaard volledig verdween.