Het nieuwe pensioenstelsel: kansen en bedreigingen
Tekst: Erik Beckers
Illustraties: Tom Janssen

Het nieuwe pensioenstelsel lijkt er nu echt aan te komen. Wat gaan de huidige gepensioneerden ervan merken en wat zijn de gevolgen voor jongeren en mensen die bijna met pensioen gaan? KBO-PCOB legt het in een notendop uit.
De afgelopen zes decennia werden we gemiddeld acht jaar ouder. Voor elk jaar dat we ouder worden, heeft een pensioenfonds grofweg 5 tot 8 procent meer kapitaal nodig om levenslang pensioen uit te keren.
Mede hierdoor stegen de pensioenpremies en blijft indexatie van onze pensioenen – het aanpassen van de pensioenen aan de prijzen in de winkels – al jaren achterwege. Vooral de indexaties en premies veroorzaken een tegengesteld belang tussen werkgevers en jonge werknemers enerzijds en oudere werknemers en gepensioneerden anderzijds.
Wie krijgt wat uit de pot?
Dat indexaties achterwege blijven is vooral in het nadeel van gepensioneerden. Werkgevers en werknemers die nog lang niet met pensioen gaan, wensen vaak lagere premies. De huidige premiestijgingen ervaren zij als in hun nadeel, ook omdat jonge werknemers vaak via een doorsneepremie meer premie betalen dan nodig is voor hun eigen pensioen.
Vijftigplussers betalen juist minder premie dan nodig voor het pensioen dat ze opbouwen. Waar indexaties de pot van ongeveer 1700 miljard euro bij pensioenfondsen doen slinken, vullen premies de pot aan. Maar wie krijgt nu precies wat uit die pot?
Persoonlijke pensioenpotjes
In het nieuwe pensioenstelsel wordt de doorsneepremie afgeschaft en twee varianten premieregelingen geïntroduceerd met een duidelijkere verdeling van inleg en rendement.
Fexibele en solidaire premieregeling
Vooral bij de eerste variant, de flexibele premieregeling, dan kiest ieder voor zich hoe risicovol wordt belegd. De tweede variant is de solidaire premieregeling, hierin wordt collectief belegd en een klein deel van de pensioenpot herverdeeld. Pensioeninkomens zullen volgens deskundigen onder het nieuwe stelsel sneller kunnen stijgen dan onder het huidige stelsel. De gevolgen voor de premie zijn inderdaad duidelijker, maar of sneller geïndexeerd wordt is afwachten.

‘Onder het nieuwe systeem kan de uitkering elk jaar variëren’
‘Het toekomstige pensioensysteem is slechter dan het huidige. Nu hebben de fondsen nog een formele verplichting om ons een vast pensioen uit te keren, en dat zo mogelijk te indexeren. Onder het nieuwe systeem vervalt die zekerheid totaal en kan de uitkering elk jaar variëren met de beurskoersen; een casino-pensioen dus.’
Blijven of invaren?
Hoe gaat het straks als je pensioen hebt opgebouwd onder het huidige pensioenstelsel en overgaat naar het nieuwe pensioenstelsel?
Invaren
Invaren noemen we dat. Na invaren profiteren mensen volledig van de voordelen, maar ook van de nadelen van het nieuwe stelsel. Voor pensioenfondsen is het administratief handiger en goedkoper als iedereen invaart.
Onderbouwing
Invaren is op basis van de wet niet verplicht, maar achterblijven in het oude systeem kan nadelige gevolgen hebben. De kans op indexatie kan kleiner worden. En bij een langdurige lage dekkingsgraad kunnen uitkeringen worden verlaagd. Er zal een goede onderbouwing nodig zijn om aan te tonen dat invaren niet leidt tot onevenredig nadeel.
Dekkingsgraad
Premievrij maken van de huidige opgebouwde pensioenen zal vooral gunstig zijn bij een wat oudere populatie en als de dekkingsgraad op orde is. Het lijkt onwaarschijnlijk dat u als individu zelf kan kiezen om wel of niet in te varen.
Overgangsfase
Het duurt nog even voordat de nieuwe regels gaan gelden. Er komt een overgangsfase van vier jaar die ingaat zodra de wet definitief van kracht wordt. In de tussentijd wordt nog steeds gehandeld alsof het oude stelsel geldt.
KBO-PCOB: ‘We zetten sterk in op sneller indexeren’
‘We hebben als KBO-PCOB voorstellen gedaan voor een nog beter pensioenstelsel’, vertelt Marcel de Ruiter, belangenbehartiger van KBO-PCOB. ‘Zo pleiten we voor een sterkere positie voor gepensioneerden-organisaties, vooral als het gaat om het wel of niet invaren en hoe compensatie vorm krijgt.
‘Wij pleiten ook voor verbetering van de overgangsfase van het oude naar het nieuwe pensioenstelsel. Het is onaanvaardbaar als in de overgangsfase de oude regels gelden zonder perspectief op spoedige indexatie. Als hiervoor geen betere regeling komt, dreigen gepensioneerden die al tien jaar of langer geen indexatie kregen, nog langer te moeten wachten om weer te kunnen aanhaken in koopkracht.’
In afwachting
Het laatste woord over het nieuwe pensioenstelsel is nog niet gesproken. Zo is het de bedoeling dat de Tweede en daarna de Eerste Kamer dit jaar het wetsvoorstel over het nieuwe pensioenstelsel behandelen. Alleen al om deze procedurele reden blijft ook de discussie over het al dan niet sneller indexeren in 2022 volop actueel.
De Ruiter: ‘Van gepensioneerden wordt dus weer meer geduld verwacht, terwijl juist die groep het – jaar na jaar – uitblijven van indexatie steeds harder voelt en dit ook in toenemende mate laat weten. Bij de behandeling van het wetsvoorstel zullen ook meer complexe zaken aan de orde komen, zoals de precieze wijze waarop pensioenfondsen de financiële risico’s afdekken en verdelen en hoe het partnerpensioen eruit gaat zien.
KBO-PCOB blijft alles nauwlettend volgen en stuurt bij waar mogelijk. We houden u op de hoogte!’

Word abonnee!
Neem nu een abonnement op het Magazine van KBO-PCOB en geniet van mooie interviews, aangrijpende verhalen, stevige dossiers en handige informatie. Profiteer bovendien van de vele voordelen die u als abonnee geniet en doe mee aan de winacties.