Adries Knevel Liefde maakt het leven de moeite waard

Tekst: Arjan Broers
Foto: Janita Sassen

Op zijn 70ste moest hij toch echt met pensioen bij de Evangelische Omroep. Het kostte hem moeite, het afscheid van ‘zijn’ EO. Maar liefst 43 jaar lang was Andries Knevel ermee verbonden. Hij vond een nieuw evenwicht, maar blijft zijn missie trouw.

Rebellenclub
In 1978 was de EO een gelovige rebellenclub. ‘Sommigen dachten destijds dat we in Nederland voor een opwekking konden zorgen, al noemden we dat toen anders.’ In 2022 is het een gerespecteerde omroep in een steeds meer ontkerkelijkt Nederland. Andries Knevel was er verslaggever, redacteur, hoofd informatieve programma’s, directeur, presentator op radio en tv.

Abrupt einde
Knevel had er een tijd grote moeite mee. ‘Dat duurde van het najaar tot halverwege januari. Blijkbaar had de tijd toen zijn werk gedaan, ik voelde het verdriet afnemen. En in mei hebben we een heerlijk afscheidsfeest gegeven, met een optreden van een traditioneel black-gospelkoor.’

‘Het geheven vingertje werd steeds genoemd’

Gezegend mens
‘Begrijp me niet verkeerd’, haast hij zich te zeggen, ‘ik ben een gezegend mens. Ik mocht werken in een organisatie waarvan de missie helemaal samenvalt met de mijne.

Hij kijkt veel terug op zijn leven en bespeurt dan ‘een zekere mate van tevredenheid’, zoals hij zegt.

Het geheven vingertje
Andries Knevel werd een Bekende Nederlander, een begrip. Hij wordt ernstiger als het daarover gaat.
‘Wat ik bijvoorbeeld niet goed gedaan heb, heeft daarmee te maken’, zegt hij. ‘Ik houd van debat, ook van het spel ervan. Ik ben nieuwsgierig naar hoe mensen kijken en denken, nog steeds.

Maar ik ging, zeker in het begin, het debat op zo’n manier aan dat mensen me stellig vonden en betweterig. Het geheven vingertje werd dan steeds genoemd. Dat was jammer voor mij, maar ook voor de EO, die daarmee soms te veel geassocieerd werd. En misschien zelfs voor hoe er naar christenen werd gekeken in onze samenleving, al klinkt dat groter dan ik verdien.’

‘Denken en geloven gaan bij mij gelijk op’

Een diepe Godservaring
En misschien is hij zelf ook veranderd, in de loop der jaren? ‘Ik kom uit de reformatorische traditie’, zegt hij. ‘Daar ben ik ook in gebleven, met wat evangelische aanvullingen. In die traditie is de genade van God bepalend: niet onze goede werken, maar Gods genade redt.’

Liefde maakt het leven de moeite waard, zegt hij zonder aarzelen. ‘Misschien is in de loop der tijd mijn antenne om het te ontvangen zuiverder afgesteld. Dat hoor ik ook wel van leeftijdsgenoten. Levenservaring kan dat doen en in mijn geval: studie en meditatie – ik zit zó graag in mijn studeerkamer – en gesprekken met anderen. Denken en geloven gaan bij mij gelijk op. Voor mij is denken een vorm van geloven.’

De pil, het DAFje, de ijskast, de raket en de tv
In de jaren van zijn missie en die van de EO – het Rijk Gods dienen – is de Nederlandse samenleving verder ontkerkelijkt. ‘De sociale structuren van de kerken zijn afgebrokkeld’, zegt hij. ‘De mensen die nu nog geloven doen dat ook echt – het zijn er zeker een miljoen in ons land.
Maar het is waar. Sinds de jaren zestig is de wereld aantrekkelijker geworden door vijf factoren: de pil (de veranderingen in relaties), het DAFje (reizen werd gemakkelijker), de ijskast (we kregen meer luxe), de raket (de wetenschap vond van alles uit) en de tv (we zagen meer van de wereld).’

Een grote groep Nederlanders heeft gewoon graag een prettig leven, kijkt om naar familie en buren, en dat is het dan. ‘Niks mis mee, als ze fatsoenlijk leven en de wet niet breken’, zegt Knevel. ‘Maar veel mensen willen ook iets betekenen, een groter doel hebben, een overstijgend perspectief hebben.’
Voor hem blijft geloof daartoe de weg. ‘Het gaat om vieren en dienen’, zegt hij. ‘Dat je tot in je haarvaten geloof beleeft, en dat je dat uitstraalt naar mensen om je heen en naar de samenleving. Die twee horen bij elkaar.’

Heelheid zoeken
Andries Knevel gaat vaak met studenten in gesprek, als hij lezingen geeft. ‘Ik hoor vaak dat ze denken dat er meer is tussen hemel en aarde, dat ze verlangen naar zin en iets willen betekenen’, zegt hij. ‘En ook dat ze heelheid zoeken voor de gebrokenheid in hun leven.’

De oude EO-voorman was tot diens dood bevriend met de rooms-katholieke kardinaal Simonis. ‘Hij zei altijd dat er twee of drie generaties overheen zouden gaan, voordat jonge mensen weer opener zouden zijn voor de boodschap van de kerken.’

Knevel geniet inmiddels van de rol die hij nu in het leven heeft. ‘Ik doe nog steeds fijne dingen en ben minder hard gaan werken. Dat mocht ook weleens, want ik heb jaren oerend hard gewerkt.’

Met vrienden maar vooral met zijn vrouw Rietje praat hij graag over het leven en ook vaak over de dood. ‘We maken steeds een nieuwe versie van de liturgie voor onze uitvaart’, zegt hij schertsend. Dan, serieuzer: ‘Het is fijn om het er samen over te hebben. Zo wordt de dood van een laatste vijand meer een deel van ons leven. Gek, het zorgt zelfs voor een zekere ontspanning.’

Word abonnee!

Neem nu een abonnement op het Magazine van KBO-PCOB en geniet van mooie interviews, aangrijpende verhalen, stevige dossiers en handige informatie. Profiteer bovendien van de vele voordelen die u als abonnee geniet en doe mee aan de winacties.