Henri Bontenbal

‘De knip tussen werk en pensioen is nu te hard’

Meer gemeenschapszin en meer aandacht voor bestaanszekerheid. En zorg die beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar blijft. Enkele punten uit het CDA-verkiezingsprogramma. ‘We moeten weer beseffen dat we elkaar nodig hebben’, vindt CDA-lijsttrekker Henri Bontenbal.

Kunt u zichzelf kort voorstellen aan onze lezers?
‘Ik kom uit Rotterdam-Zuid, waar ik opgroeide in een groot gezin met acht kinderen. Mijn vader was cartograaf en mijn moeder deed jarenlang het huishouden en is later ook gaan werken. Een gelovig en politiek geëngageerd gezin waar omzien naar elkaar belangrijk was. Na mijn studie natuurkunde in Leiden verlegde ik mijn focus naar de duurzaamheidstransitie. Ik was een tijd beleidsmedewerker energie, duurzaamheid en milieu bij de CDA-fractie, daarna werkte ik in de energiesector en sinds 2021 ben ik Tweede Kamerlid.’

Hoe kijkt u naar de positie van senioren in onze maatschappij, en wat is het eerste dat u voor hen voor elkaar wilt krijgen?
‘Als je met pensioen gaat, dan begint een nieuwe, derde fase in je leven. Een waardevolle fase, als je de samenleving ziet als een gemeenschap waarin families en gezinnen belangrijk zijn. De jeugd kan veel leren van oudere mensen, qua praktische wijsheid en levenswijsheid. Bijvoorbeeld dat niet alles in het leven maakbaar is. En hoe ga je om met zulke teleurstellingen? Kortom: het CDA vindt het belangrijk dat ouderdom weer wordt gewaardeerd én benut.’

Koopkracht is voor senioren belangrijk. Bijvoorbeeld dat de AOW waardevast blijft en volwaardig gekoppeld blijft aan het minimumloon. Wat bent u van plan met de AOW?
‘Wij blijven hieraan vasthouden. Je AOW moet ook voorspelbaar zijn, zodat duidelijk is waar je recht op hebt als je stopt met werken. Iets anders dat we belangrijk vinden is het afschaffen van de kostendelersnorm: dan worden mensen met een uitkering niet meer gekort als zij een ouder in huis nemen om voor te zorgen. Dat doen we niet alleen voor de koopkracht, maar ook omdat we daarmee de drempel wegnemen om samen te wonen. Dat raakt aan hoe wij naar de samenleving kijken: een mens wordt gelukkiger als die in een verband samenleeft.’

Hoe gaat uw partij ervoor zorgen dat er voldoende betaalbare, geschikte en bereikbare (cluster)woningen voor senioren komen?
‘Wij zetten het plan van minister Hugo de Jonge door. Daarin staat dat we bouwen voor jongeren, gezinnen en ouderen. We komen uit de tijd dat we veel aan de markt en de gemeenten hebben overgelaten. Nu willen we een nationaal plan voor de bouw van knarrenhofjes. Daarin komen afspraken waaraan gemeenten zich committeren, omdat het anders niet van de grond komt.

We willen ook een nieuwe vorm van het bejaardentehuis. Na de ontmanteling van de oude bejaardentehuizen is ervoor gekozen dat mensen langer zelfstandig thuis gingen wonen. Te lang hebben we gedacht dat de mens het meest geholpen zou zijn met zelfstandigheid. Maar we hadden allemaal kunnen weten dat mensen het best tot ontplooiing komen in relaties. En omdat de bouw van nieuwe woonvormen niet goed op gang kwam, blijven mensen nu soms te lang zelfstandig thuis. Dan zie je toch dat ook de thuiszorg het zwaar heeft. We moeten naar flexibele vormen van wonen en zorg waar mensen goed voor zichzelf en elkaar kunnen zorgen. Daar ligt onder meer een taak voor coöperaties.’

Hoe wilt u de ouderenzorg overeind houden, gezien de vergrijzing en de knelpunten bij zorgpersoneel en woonvoorzieningen?
‘Allereerst door de zorg beter te organiseren, met minder marktwerking. We hebben in het verleden te weinig tegenwicht geboden tegen de marktwerking in de zorg. Ook hebben we de afgelopen jaren te veel ingezet op concurrentie. Dat is het eerlijke verhaal. Als nieuwe lijsttrekker met een nieuwe generatie CDA-politici kan ik die bladzijden omslaan. Zorg gaat over kwaliteit en de tijd nemen. Daarbij past ook dat we de administratielast nu echt wegnemen, zodat zorgprofessionals kunnen zorgen. Het gaat ook over meer samenwerken en minder concurrentie. Via concurrentie kun je bijvoorbeeld heel goed leveranciers van apparaten en medicijnen dwingen om goedkoper te werken, maar tijd en aandacht verhouden zich niet tot marktdenken.

We leggen ook nadruk op gezondheidsbescherming. Daarbij past, wat wij noemen, verrijkte ouderenzorg. Daarmee bedoelen we dat ook waardevolle ontmoetingen en sociale activiteiten kunnen vallen onder de zorg. Uit onderzoek weten we dat een sterke sociale gemeenschap en bewegen belangrijk zijn voor welbevinden en gezondheid.’

Tot slot: wat te doen aan de kloof tussen meer en minder digivaardige mensen?
‘Dat heeft niet eens alleen te maken met leeftijd, maar ik kan goed begrijpen dat mensen boven een bepaalde leeftijd niet alles meer goed bijhouden. De digitalisering gaat snel. Het CDA vindt dat iedereen recht heeft op goede communicatie met de overheid, ook als je niet digitaal vaardig bent. Dit moet je verankeren, bijvoorbeeld in digitale grondrechten. Een probleem is ook dat veel mensen het slachtoffer zijn van online oplichting. Goede voorlichting is belangrijk, ook over de mogelijkheid om naar Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s) in de bibliotheek te gaan.’