Nieuwe wegen voor KBO en PCOB
Zeven jaar hebben KBO en PCOB zich met hart en ziel ingezet om een structuur te vinden voor een hechtere samenwerking. Maar de lange verloving kon niet worden omgezet in een huwelijk. Nadat eerder al vier grote KBO-bonden hadden besloten zelfstandig verder te gaan, hebben nu ook de overige zeven KBO-bonden daarvoor gekozen. Dat betekent het einde van KBO-PCOB en tegelijkertijd een nieuw begin voor zowel de zelfstandige KBO-bonden als voor PCOB, die een mogelijke nieuwe partner op het oog heeft. Op deze pagina’s leest u wat u als lid merkt van al deze ontwikkelingen.
Waar we vandaan komen en naartoe gaan
Vanaf het begin van de samenwerking tussen KBO en PCOB lagen er lastige vraagstukken. Een belangrijk obstakel was het verschil in structuur van de twee verenigingen. KBO kent een provinciale laag, PCOB wordt centraal aangestuurd.
Daarnaast was er ook een belangrijk verschil in inzicht en koers. De KBO-bonden willen zich vooral lokaal en regionaal versterken om op te komen voor de leden. PCOB wil vooral een krachtige, landelijke organisatie zijn – met een sterk lokaal netwerk – die aan de tafels in Den Haag zit om het verschil te maken.
Ieder een eigen weg
KBO-PCOB heeft twee leden: de verenigingen Unie KBO en PCOB. De Unie KBO is, nadat de zeven bonden hadden aangegeven eruit te willen stappen, op 7 september 2023 opgeheven. Zonder Unie KBO heeft KBO-PCOB geen bestaansrecht meer. Daarom is KBO-PCOB eind 2023 gestopt en gaan de zelfstandige KBO-bonden en de PCOB ieder hun eigen weg.
Het einde van KBO-PCOB betekent dat alles waar nu de naam KBO-PCOB aan verbonden is, zal veranderen. Wat de nieuwe wegen van KBO en PCOB voor u als lid of abonnee betekenen, leest u als u doorklikt op de verschillende pagina’s hieronder. U vindt er antwoord op veelgestelde vragen.
‘Ieder einde is ook een nieuw begin’
‘Als ik terugkijk, dan zie ik dat we er met zijn allen heel veel tijd en energie in hebben gestoken om er iets heel moois van te maken. Op afdelingsniveau en als het om de christelijke identiteit ging, wist men elkaar ook prima te vinden. Maar gaandeweg bleek dat het beeld van de beoogde samenwerking te ver uiteenliep. Dat is heel pijnlijk, maar ieder einde is ook een nieuw begin. Ik heb heel veel respect voor de directeur en de medewerkers van het landelijk bureau, die in al deze stormen toch de energie in de organisatie wisten te houden.’